De Martha-Stichting sinds 1884 - (een tehuis voor onverzorgde kinderen)

Nu het pronkstuk met bijzondere woningen van Park Rijnstroom

‘Daar is eene moeder, die zoo aan den sterken drank verslaafd is, dat zij voor het gewone leven niet meer geschikt is, haar man is overleden en haar jongste kind heeft zij reeds zoo van af zijn geboorte met jenever gevoed dat zijn hersenen gekrenkt zijn.’ Dit soort schrijnende situaties gaf in 1882 aanleiding tot de oprichting van de ‘Vereeniging “Martha-Stichting” voor onverzorgde kinderen’. Na een korte periode in Nieuwveen vestigde de Martha-Stichting zich in 1884 definitief in het huidige Alphen aan den Rijn.

De tweede helft van de negentiende eeuw stond in Nederland in het teken van industrialisatie en urbanisatie. Mensen verlieten het platteland om in de steden op zoek te gaan naar werk in de fabrieken. Zij kwamen grotendeels terecht in overbevolkte en armoedige arbeiderswijken. Slechte huisvesting, lange werkdagen en een gebrekkige gezondheidszorg eisten hun tol. Criminaliteit, drankmisbruik en prostitutie waren aan de orde van de dag. Kinderen die in zo’n omgeving opgroeiden, gingen geen gelukkige toekomst tegemoet.

‘Inwendige Zending’

Op verschillende plaatsen in het land ontstonden initiatieven om het leven van ‘onverzorgde kinderen’ te verbeteren. Deze initiatieven hadden doorgaans een christelijke grondslag. Het ging om ‘inwendige wending’. Die was niet, zoals de ‘uitwendige zending’, gericht op de verspreiding van het christelijke geloof in de verre werelddelen, maar op het ondersteunen van aan lagerwal geraakte landgenoten.

In Amsterdam zag evangelist Cornelis Geel schrijnende gevallen van kinderverwaarlozing in de zogenaamde ‘Duivelshoek’ (een armoedig deel van de grachtengordel). Hij kwam in contact met zijn collega J.H. Smit in Nieuwveen, die zijn woning openstelde als ‘Huis voor Barmhartigheid’. Op 12 oktober 1882 kwamen hier de eerste drie kinderen aan. In 1883 werd de Martha-Stichting opgericht, en bij Koninklijk Besluit in 1883 als rechtspersoon erkend. Geel werd de eerste president, en Smit de eerste directeur.

 

Het Prinses Juliana Kinderhuis werd op 30 april 1912 (de verjaardag van Juliana) in gebruik genomen en bood ruimte aan 130 kinderen in de leeftijd van een tot tien jaar.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Documentnummer (BR01569-DOOS137)​

Snelle groei

Door ruimtegebrek moest de Martha-Stichting al snel uitwijken naar een nieuwe locatie. In 1884 kocht de stichting een pand aan de huidige Julianastraat in Alphen aan den Rijn, ook wel het Moederhuis genoemd. Twee jaar later werd daar tegenover een nieuw pand geopend: het Groote Huis. Daarnaast kreeg de stichting haar eigen ziekenhuis en een schoolgebouw waar de kinderen zorg kregen en een opleiding tot handwerker of dienstmeid.

 Voor opname kwamen zowel jongens als meisjes onder de vijftien jaar in aanmerking, ongeacht hun religieuze afkomst. Zij mochten echter geen lichamelijke of geestelijke aandoeningen hebben. Dat niet ieder kind zich hier thuis voelde, blijkt wel uit de aantallen weglopers. De Rijnbode maakte er geregeld melding van.

 In 1895 kocht de stichting buitenplaats Rijnstroom. De oudere jongens bleven in het Groote Huis in Alphen, de meisjes en de kleine kinderen verhuisden naar Aarlanderveen-Lage Zijde. In 1907 overleed directeur Geel. Hij werd opgevolgd door ds. A.W. Voors. Onder zijn leiderschap in de periode 1907-1935 kwam de instelling tot enorme groei. Dat blijkt wel uit de vele bouwactiviteiten. In deze periode kwamen het Centraalgebouw (1910), het Juliana Kinderhuis (1911) en de Wilhelminaschool (1913) tot stand. In 1930 werd het Emma Meisjeshuis grondig gerenoveerd. Al in 1909 had de stichting de status van ‘inrichtingsgemeente’, wat betekende dat zij onder andere een eigen predikant mocht hebben, zelf kinderen mocht dopen en huwelijken mocht voltrekken. Het aantal verzorgde kinderen in de Martha-Stichting groeide in deze periode eveneens gestaag. Directeur Voors nam in 1935 afscheid en werd opgevolgd door predikant-directeur ds. J.Th. Meijer.

De pupillen verrichtten verschillende werkzaamheden. Dat kon in de keuken of in een van de werkplaatsen. Ook de moestuin werd voor een belangrijk deel door de pupillen bijgehouden. Op de achtergrond het Prinses Juliana Kinderhuis.
Bron: Historische Vereniging Alphen aan den Rijn.​

Modernisering

In de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog gingen de opvang, met beperkte financiële middelen, gewoon door. In 1942 werden alle gebouwen van de Martha-Stichting echter door de Duitse bezetter gevorderd. De kinderen werden verspreid over het land. In maart 1946 kreeg de stichting weer toegang tot haar tijdens de oorlog beschadigde gebouwen.

Vanaf dat moment onderging de opvang binnen de Martha-Stichting een ware transformatie.  Kleinere groepshuizen of ‘paviljoens’, met eenpersoonskamers voor de kinderen, vervingen de grootschalige gebouwen met hun enorme slaapzalen. Ontwikkelingen in de pedagogische wetenschappen leidden ertoe dat de jeugdzorg professionaliseerde. Zo kwam er meer aandacht voor de individuele achtergronden van de kinderen. Naast onderwijs was er bovendien steeds meer ruimte voor ontplooiing en ontspanning, zoals muziek, sport of padvinderij.

Landelijk beleid en economische redenen luidden uiteindelijk het einde van de Martha-Stichting in. De overheid bracht het aantal op te vangen voogdijkinderen terug, waardoor personeel gedwongen moest vertrekken. De Martha-Stichting fuseerde in 1982 met de Stichting Observatiecentrum Marnixhove. De nieuwe organisatie ging zich toeleggen op de opvang van kinderen met ontwikkelingsproblemen. Twee jaar later kocht de gemeente een groot deel van het Park Rijnstroom op. Veel panden kregen een nieuwe bestemming en werden grondig verbouwd.

Zo is het theater van Cultuurcentrum Parkvilla ondergebracht in het voormalige schoolgebouw en zijn in verschillende gebouwen appartementen gemaakt.

Gemengde gevoelens

Uit de verhalen van voormalige bewoners komt een gemengd beeld naar voren. Aan de ene kant zijn er kinderen geweest die hun tijd in de Martha-Stichting als positief hebben ervaren. Gezien het feit dat veel kinderen uit een moeilijk sociaal milieu kwamen, is dat niet zo vreemd. Toch is er ook een grote groep oud-bewoners die met afschuw terugkijkt op hun verblijf in de Martha-Stichting. Sommige kinderen ervoeren vernedering, harde straffen en een zeer streng regime. Broertjes en zusjes werden van elkaar gescheiden. Leraren stonden erom bekend dat ze fysiek en verbaal geweld toepasten om de orde te handhaven. Kinderen kregen geestdodende klussen, zoals het schillen van aardappelen of het stoppen van sokken. Wel kwam er vanaf de jaren zeventig langzaam verbetering in de behandeling van de kinderen. Vanuit de jeugdbescherming kwam er toen meer aandacht voor hun individuele behoeften.

Pronkstuk in Park Rijnstroom

Alweer tientallen jarenlang wordt het schoolgebouw gebruikt door ParkVilla en het ‘Emmahuis’ is tegenwoordig een appartementencomplex. Alle gebouwen hebben inmiddels een mooie bestemming gekregen en zijn een pronkstuk van Park Rijnstroom geworden.

Bron: Samenwerking met het Canon Alphen, Historische Vereniging Alphen en redactie Hier is Alphen